Wanneer afwijzing medehuurderschap?

    Voorbeelden van situaties waarbij we je verzoek tot medehuurderschap afwijzen zijn onder meer: 

    1. Wanneer je niet kunt aantonen dat er sprake is van een hoofdverblijf en er sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
    2. Wanneer er geen sprake is van hoofdverblijf gedurende minimaal één jaar.
    3. Wanneer er geen sprake is van een gemeenschappelijke huishouding van gedurende minimaal één jaar.
    4. Wanneer de woning wordt opgezegd door de huurder en er geen medehuurderschap bestaat voor de huisgenoot en niet is voldaan aan de vermelde voorwaarden. De huisgenoot dient de woning ook te verlaten. 
    5. Wanneer er een aanvraag wordt gedaan voor medehuurderschap om de woning op naam van deze kandidaat-medehuurder te krijgen omdat de huurder binnen een korte termijn zal verhuizen. 
    6. Wanneer er sprake is van een scheiding en de partners zelf geen keuze kunnen maken wie er in de woning zal blijven wonen. De rechter bepaalt vaak wie in de woning mag blijven wonen. 
    7. Wanneer de huurovereenkomst wordt opgezegd terwijl de aanvraag voor medehuurderschap nog loopt.
    8. Wanneer er klachten zijn geweest over bewonersgedrag en/of overlast.
    9. Wanneer blijkt dat je over onvoldoende middelen beschikt om de huur te kunnen betalen.